Doelstellingen

"Kennel Paidí Tou Lupa"
Deze naam zal vanaf 1 januari 2021 geregistreerd staan bij stichting FGH en zal mee gegeven worden aan alle pups die hier geboren worden. 
Naast mijn outcross project voor de witte herder wil ik het toch liever wat breder trekken. Ik wil mijzelf niet beperken en één enkel doel opleggen. (Het gericht fokken naar een goede witte herder look-a-like.) Dat zorgt er voor dat je concessies moet doen terwijl in mijn ogen elke hond (in welke fase ze in het project ook geboren worden) al helemaal perfect is van zichzelf.

Waar het voor mij om gaat is om op een verantwoorde manier, fijne gezonde honden te fokken die passen in het huidige (gezins)leven. Het is super fijn als mijn honden vervolgens een belangrijke aanvulling op een bestaande rashonden populatie kunnen zijn, maar dat zie ik vooral als iets extra's maar niet als doel opzich. Ik heb het volste vertrouwen in mijn honden, de keuzes en afwegingen die ik maak en wil mij niet hoeven meten of vergelijken met andere fokkers. Ik doe het op mijn manier en sta altijd open voor andere meningen en visies, maar kies er nu heel bewust voor om mijn eigen pad te volgen.

Paidí Tou Lupa

Het betekend "Kind van de Wolf" en verwijst natuurlijk ook naar de hond waar het voor mij allemaal mee begon. Lupa (wolvin) Daarnaast vind ik het een mooie verwijzing naar de oorsprong van onze huisgenoot. Hoewel het geen wolven meer zijn, moeten we vooral niet vergeten wat hun natuurlijke instincten zijn en hebben wij als mens daar rekening mee te houden.

Als fokker wil ik mij vooral richten op het verantwoord fokken van lieve, sociale honden, die naast een goede gezondheid en diversiteit van genen, vooral ook een prettig karakter bezitten. Ik richt mij op de outcross tussen herder-soorten en oerhond-soorten.

 

Speerpunten:

Voor mij is een hond een maatje. Onderdeel van het gezin. Een hond moet enige mate van werklust bevatten waardoor ze makkelijker op te voeden zijn. Waar ik op doel wordt ook wel de "will to please" genoemd. De bereidheid van de hond om met de mens te willen "samenwerken".

Daarnaast is het prettig als de hond een bepaalde mate van verdraagzaamheid en tolerantie naar soortgenoten en andere (huis)dieren bezit.

Waar ik vooral voor wil waken en ik probeer te vermijden, is om te fokken met honden die neurotisch of obsessief gedrag vertonen. Honden met angst en te veel terughoudendheid. Eigenschappen die je helaas wel veel terug ziet bij diverse herder soorten. Om die reden heb ik ervoor gekozen om, (naast gewoon heel selectief te zijn) om er wat genen van de poolhond doorheen te kruisen. Poolhonden zijn heel zelfstandig, echte groepsdieren, sociaal en loyaal onderling. Echter zitten er ook eigenschappen in de husky die wat minder aangenaam zijn. Zo zijn ze fanatieke jagers waardoor ze niet altijd los kunnen lopen, ze zijn erg zelfstandig en veel minder volgzaam/gehoorzaam, dan een herdershond. Ook hebben ze de aanleg voor verlatingsangst want ze zijn niet graag alleen. Zoals je hoort is het dus nog niet zo makkelijk om de ideale hond te vinden. Om die reden is het erg belangrijk om selectief te zijn als het om de ouderdieren gaat en altijd rekening te blijven houden met eigenschappen die minder wenselijk zijn. Opvoeding en training kan een groot verschil maken voor het individu, maar in het fokprogramma kijk ik heel erg naar de genetische aanleg van de pups alvorens er gekozen wordt met welke pups de lijn weer wordt voortgezet.

 

- De ouderdieren worden vooraf ten minste (een half jaar voor de dekking) röntgenologisch getest op heupen, rug en ellebogen en worden alleen ingezet nadat er goedkeuring is vanuit de stichting FGH.

- Alle pups die hier geboren worden krijgen een Europees paspoort, DNA afstammingsbewijs (stamboom) en koopovereenkomst mee.

- Vanaf 2021 laat ik pups bedoeld voor de fok dmv EMBARK testen. Deze test en uitslag zit dan bij de (fokkers)prijs inbegrepen.

- Pups worden op schema ontwormd en op maat gevaccineerd (titerbepaling met vaccinatieadvies)- Pups blijven hier dan ook minimaal 9 weken en zullen rond 7 weken een hond-vriendelijke 'gedragstest' ondergaan.

- Een pup wordt hier altijd door de fokker (ism gedragstherapeut) gematcht aan z'n nieuwe baas aan de hand van de gedragstest. Uiteraard wordt er altijd rekening gehouden met iemands voorkeur, maar als er echt een klik tussen u en een specifieke pup is, dan zie ik dat ook wel bij uw bezoek.

- De pups worden uiteraard zo goed als kan gesocialiseerd. Zo groeien ze hier op in de woonkamer, wennen aan huiselijke geluiden, katten, bezoek, ontmoeten andere honden, en zullen al meerdere malen buitenshuis mee genomen worden om nieuwe ervaringen en indrukken op te doen. Daarbij wordt heel erg gekeken naar de individuele behoeften en wordt naast gewenning, juist "rust/hersteltijd" als belangrijkste prioriteit gezien tijdens deze belangrijke periode in het nest.

- Rond de leeftijd van 5 maanden wordt er een terugkomdag georganiseerd en kunt gratis gebruik maken van een controle titertest om te controleren of de vaccinatie(s) voor voldoende antistoffen hebben gezorgd. (Heeft u dit zelf al gedaan en kunt u niet aanwezig zijn? Dan kunt u een bedrag teruggestort krijgen)

Selectiebeleid

- Nieuwe eigenaren moeten een selectieprocedure doorlopen.

- Nieuwe eigenaren worden verwacht meerdere keren op bezoek te komen en deel te nemen aan de puppy-informatie middag. (rond de leeftijd van 7 weken)

Waarom outcross om de perfecte gezinshond te fokken...?

Laat ik vooropstellen dat élke hond uniek is. Binnen het eerste outcross nest, zitten toch nog altijd een aantal verschillen waardoor de ene hond perfect in een jong gezin past en de andere hond het meest gebaat is bij één duidelijk baas die hem lekker aan het werk zet.

 

Als je puur kijkt naar ras-eigenschappen dan zitten er zeker verschillen tussen de poolhond, wolfhond en herderrassen. De grootste verschillen zijn vooral merkbaar als het om het zelfstandig denk en werkvermogen gaat. Ik proef vaak in reacties toch nog een zekere vorm van vooroordelen (wat niet erg is) maar wat ik toch graag wil ontkrachten door u nog wat meer info over deze rassen te geven. 

  1. Een herder is heel erg gefocust op zijn eigen roedel, zijn baas en gezin zijn het allerbelangrijkste voor hem. Een herder stelt zich werkbaar en afhankelijk op. Ze zijn naar alles wat vreemd is terughoudend en gaan in de eerste plaats het liefst een confrontatie uit de weg. Maar ze hebben door een selectief fokbeleid veel sneller de neiging om te kiezen voor de aanval (aanval als verdediging) wanneer zij zich bedreigt voelen. Dit uit zich vooral in het (waaks) blaffen waarmee hij zijn baas/roedel wilt alarmeren en het signaal wil afgeven "kom niet dichterbij". En hoewel de herder niet agressief van aard is, zullen ze een gevecht, niet zomaar uit de weg gaan zodra ze belaagd worden. Dat maakt ze uitermate geschikt voor het bewaken en politiewerk. Daarnaast heeft de herder door zijn grote afhankelijkheid naar de baas toe een grote "will to please." Geef ze een taak en ze zijn het gelukkigst. Ze zijn makkelijk te trainen want ze houden hun baas graag tevreden. Niet omdat ze dus persé slimmer zijn dan andere rassen.
    De nadelen die ik opmerk in het ras, als het op een 'ideae gezinshond' aan komt, is toch wel de 'overdrive' waarin een herder snel terecht komt. Ze kunnen onrustig worden als ze niks te doen hebben, ze worden snel hyper van de dingen die ze leuk vinden en zijn bij een slechte inconsequente begeleiding daardoor soms oncontroleerbaar. (kijk eens naar de uitzending van zembla over politiehondenbeten).

  2. Een poolhond zoals de working husky is ook erg gesteld op zijn roedel (en dan bedoel ik echt de hond als soortgenoot). Het zijn dieren die dan ook niet graag alleen zijn. Naar mensen toe zijn ze iets minder snel geneigd om zich afhankelijk op te stellen omdat het gewoon een heel zelfstandige hond van aard is. Ze hebben de mens niet nodig om te overleven en zijn echte jagers. Ze zijn onwijs intelligent en leren dan ook ontzettend snel. Krijgen deuren, hekken, kooien met gemak open en worden ook wel de Houdinies onder de honden genoemd. Ze zijn creatief en ondernemend (en absoluut niet snel terughoudend) maar dit komt voort vanuit eigen nieuwsgierigheid en niet omdat ze de baas 'tevreden' willen houden. Ze stappen daardoor makkelijk zelfstandig af op nieuwe honden of mensen in hun omgeving. Daarin zit toch wel het verschil als het om 'trainbaarheid' gaat. Dat maakt ze dus zeker niet minder intelligent. Daarnaast is het een hond die haarfijn kan aanvoelen hoe de energie van mensen en andere dieren zijn. Hun communicatie naar honden toe is echt uitmuntend. Wellicht omdat ze dichterbij de 'oertype' staan. Ze pikken direct de fijnste signalen op waardoor conflicten met andere honden voorkomen kunnen worden. Echter gaan ze dus niet snel een conflict uit de weg, dus wanneer een andere hond de aanval in zet, zal een husky er niet voor weg duiken.
    Wat een poolhond ook heeft is een enorme fysieke aantrekkingskracht op mensen. Ze houden van lichamelijk contact en zullen zichzelf gemakkelijk door vreemde mensen laten aaien over de kop, buik en kont. Mits deze mensen een uitnodigende houding aannemen, want zoals al gezegd pikken ze de energie van mensen haarfijn op. Qua confrontatie zal ook een husky zich niet agressief opstellen en liever een gevecht in een dansvoorstelling laten uitmonden. Menig husky eigenaar zal direct snappen wat ik hiermee bedoel. Naar mens en hond zijn ze dan ook zeer verdraagzaam. Echter door hun grote jachtinstinct waarbij ze hun kracht en intelligentie goed inzetten, zijn ze wél in staat tot het bejagen en doden van bijvoorbeeld wild en vee. Helaas heeft de husky en wolfhond mede door dat soort 'incidenten' een slechte reputatie gekregen. Op het moment dát ze eenmaal jagen, heb je als eigenaar weinig in te brengen. Helaas zorgt dat imago ervoor dat ze bekend staan als 'niet makkelijk' of 'niet geschikt' voor elke baas. Maar als je het mij vraagt geldt dat voor nog veel meer rassen (waaronder de herdershond). Je draagt nu eenmaal de verantwoordelijkheid over een roofdier.


Naast raskenmerken zal een fokker ook altijd moeten kijken naar het individuele karakter van een hond. Want ook binnen een ras komen soms nog best veel verschillende karaktertypes voor. Door een selectief fokbeleid kun je dus ook wel degelijk bepaalde eigenschappen versterken en afzwakken. Als fokker kijk je dus niet alleen naar de algemene raskenmerken, maar ook naar de individuele eigenschappen van een hond.

Jachtdriften (los lopen)
In dit geval is de uitgekozen reu, de kruising working husky (vader van Yora) een echte gezinshond. Hij heeft geen enorme jachtdrive, was altijd prima terug onder commando te krijgen en dat waren eigenschappen die voor mij doorslaggevend waren. Echter heeft de moederhond (Lupa) de zwitserse herder, net als vele andere herdershonden óók een hoge mate van jachtdrive. Maar omdat de herder zich heel afhankelijk en werkbaar opstelt, is dit altijd goed onder controle te houden. 
Van de 10 pups uit dat nest zijn er 3 met een hógere jachtdrive dan gemiddeld waarbij het bij 1 hond helaas wel eens is misgegaan. (Schaap en ree gedood) 7 van die 10 pups hebben dit in veel mindere mate en zijn, bij de juiste begeleiding, prima onder appèl te houden en kunnen gemakkelijk en op een verantwoorde manier los van de riem lopen. Het blijven echter honden, elke hond 'kan jagen' en dus is oplettendheid in álle gevallen noodzakelijk.

Trainbaarheid
De trainbaarheid van deze 10 pups was ook wisselend. Maar over het algemeen hebben de meeste van het nest toch aardig veel 'will to please' mee gekregen. Dit zie je bijvoorbeeld ook mooi terug op het filmpje van pup Banjer. Slechts enkele weken oud, maar had al snel door dat 'samen werken' met de baas absoluut de moeite waard is. Iets wat je bij pure zelfstandige husky's niet snel zult terugzien. De moeder van dit nest (Lupa, volle zwitserse witte herder) is ook niet echt een apporteerhond. Des ondanks heeft zij wel een grote will to please, is gek op speuren, detectiewerk, doggydance, dogfrisbee etc. Maar de verwachting dat de pups toch makkelijk zouden apporteren had ik niet. Hoe leuk is het, als je dan toch weer die werkdrive van de herder (wat in de voorouders zit) weer terug ziet komen bij deze mix.
Bekijk dit filmpje maar eens: https://www.youtube.com/watch?v=zXT2G1XPYWg

Waaksheid
Hoewel dit een eigenschap is die je veel bij de herder ziet, zie je dit vrijwel niet terug in dit nest. Deze nakomelingen zijn wél alert en nieuwsgierig, maar ze zullen dus niet snel blaffen en een verdedigende houding aan nemen. De meeste van dit nest hebben nog maar zelden in hun leven geblaft. Toch kunnen ze zich wel laten horen. Zo zal mijn Zora bijvoorbeeld makkelijke 'mee huilen' bij het geluid van huilende wolven. Maar ook tijdens een ambulance sirene of het luchtalarm op de eerste maandag van de maand om 12 uur, zal ze graag mee gaan loeien. Iets wat sommige herders ook wel doen, maar veel poolhonden doen het dus standaard. Of ze hierin heel erg doorslaan is natuurlijk met net hoe je daar zelf als eigenaar mee omgaat. Het komt hier zo weinig voor dat ze 'huilen' dat ik er zelf juist wel weer om kan lachen en van kan genieten als ze haar mooie stem laat horen. Ik zing dan gezellig met haar mee. Wat ook de (groeps)band heel erg versterkt!


Deze bewuste outcross
Zoals je kunt lezen zitten er inderdaad een aantal verschillen in de rassen die voor deze outcross zijn gebruikt. Maar tijdens dit hele traject heb ik veel contact gehouden met alle baasjes en volg ik hun gedrag en ontwikkelingen op de voet. Uit dit nest heb ik Yora uitgekozen om deze outcross mee te vervolgen. Hoewel de meeste mensen denken dat die keuze berust is op het feit dat ze wit van kleur is, is dat niet dé reden geweest. Sterker nog, ik vind sommige gekleurde pups, qua exterieur, veel meer typisch herder, dan Yora, die nog aardig wat poolhond kenmerken heeft. Maar Yora had in het nest al de grootste 'will to please', maakte het makkelijkste contact met mensen en ontwikkelde zich gewoon als een van de beste. Zij is echt een mooie mix van haar ouders met eigenschappen die ik zelf heel erg gunstig vind als het gaat om een ideale gezinshond. Ze is súper relaxt in een nieuwe omgeving. Past zich gemakkelijk aan. Is niet snel nerveus en luistert erg vlot als je iets van haar vraagt. Ze is zachtaardig en verdraagzaam naar kinderen en andere honden. Bij drukte of bij een bedreigende confrontatie stelt ze zich heel zelfverzekerd op en kan indien nodig een duidelijke waarschuwing geven zonder echt gewelddadig/agressief te worden. Terwijl een herder bij vergelijkbare bedreiging (vanuit angst of onzekerheid) juist wél de aanval kan inzetten.

Ik wil je graag een filmpje laten zien van haar volle zus Zora, die ditzelfde gedrag mooi laat zien in deze video. Ook hierin zie je heel goed de verschillen die ik eerder benoemde. De witte herder kan ik direct bij me roepen wanneer ik zie dat mijn honden op een groep vreemdelingen af willen gaan. Zelfs tijdens de actie, kan ik haar focus afbreken en naar mij toe krijgen. Dat is bij Zora iets lastiger. Die moet ik echt even de tijd geven om de boel te observeren, maar uiteindelijk zal ook zij naar me toe gekomen zijn als ik dat had gewild. Maar ik weet dat zij niet agressief is en een andere hond respectvol behandeld. Dus ik kies er in dit geval voor om even af te wachten. Dan opeens komen er 2 grote grommende Rhodesian Ridgeback honden aangestormd in een toch behoorlijk 'aanvallende houding'. Op exact dat moment, zie je dat mijn witte herder ook haar aanval wilde inzetten (aanvallen is soms de beste verdediging, al dus de herdershond) maar in een fractie van een seconde kan ik dit met één commando weer afremmen waardoor de witte herder haar focus weer bij mij houdt. Dat maakt de situatie voor Zora er niet makkelijker op. Die heeft nu in haar eentje te dealen met 2 enorme krachtpatsers die op haar afgestormd komen. Een labrador retriever zou in zo'n geval naar de grond duiken en zn buik tonen. "Ik geef me volledig over", óf hij zet het op een sprint, maar helaas is de kans op escalatie dan juist groter. Want de "aanvallende groep" zou wel eens de achtervolging kunnen inzetten, met alle gevolgen van dien. Een herder zou in zo'n geval in de tegenaanval gaan (of ook vluchten bij te weinig zelfvertrouwen)... Maar hier zie je de huskygenen duidelijk naar voren komen. 
https://www.youtube.com/watch?v=oei1SPU8lgU 

Met een soort van attitude die zegt "Wat moet jij!?" Zelfverzekerd gewoon de confrontatie aan gaan, zónder dat er gekozen wordt om actief in gevecht te gaan of om weg te vluchten. Als het nodig was geweest had ze teruggevochten, maar gelukkig zullen de meeste honden toch liever een echt gevecht uit de weg gaan.

Kinderen en bijtincidenten
Zelf heb ik een dochter van 2 jaar en ik vind dat je honden en kinderen (zeker van die leeftijd) nooit zonder toezicht moet laten. Maar als het op betrouwbaarheid aan komt, zou ik mijn outcross herders eerder aan kinderen toevertrouwen dan mijn volle herders. De mate waarin deze outcross het gefrummel en getut aan hun lichaam tolleren ten opzichte van herders is vele mate groter. Ze accepteren het gewoon prima als er aan hun oren of staart getrokken wordt en zullen niet snel van zich afgrommen of bijten. Natuurlijk wil je kinderen leren dat ze respectvol met een hond moeten omgaan, maar áls het mis gaat, gaat het vaak in huiselijke kring mis met kinderen uit het eigen gezin of vriendjes uit de buurt. 
Hoe prettig is het, dat als je plots, tijdens het koken ziet dat je kind met een potlood in het oor van je hond zit te prikken, de hond even schudt en jij nog de tijd hebt om je kind snel te corrigeren en te leren wat wel of niet mag, vóórdat je hond deze correctie uitvoert?! Bijtincidenten zijn helaas geen zeldzaamheid en in veel gevallen is de hond uiteindelijk de dupe. Terwijl de verantwoordelijkheid in mijn ogen bij de baas ligt.
De Zwitserse witte herder is een ras dat in mijn ogen te makkelijk wordt aangeschaft als 'perfecte' gezinshond, maar in mijn ogen zitten daar nog een hoop kanttekeningen aan. Zo is de herder veel gevoeliger voor prikkels uit z'n omgeving, kunnen herders behoorlijk luidruchtig zijn, wat in een drukke woonwijk niet altijd gewaardeerd wordt. Ze moeten voldoende getraind en aan het werk gezet worden om verveling (en daarmee ongewenst gedrag) te voorkomen. Met andere mensen of dieren zijn herders lang niet altijd zo sociaal en verdraagzaam.

Om die reden denk ik dat de outcross met Yora, in combinatie met de zachtaardige witte herder reu Lad, een hele fijne combinatie gaat zijn, die past binnen de verwachtingen als 'gezinshond'. Lad geeft daarmee weer versterking aan de typische herder eigenschappen waardoor deze pups hopelijk goed passen binnen het ras. Er bestaat een kans dat ze misschien wat minder waaks zijn, dan de volle herders. Het kan zijn dat ze iets zelfstandiger zijn en dus niet constant maar op hun baas gefocust zijn. (Ik hoef maar op te staan van de bank om naar de wc te gaan en een herder staat alweer naast me). Er bestaat een kans dat ze met iedereen vriendjes willen worden ipv alleen maar met hun eigen baas bezig zijn. Dus als het om het typische herder gedrag gaat, bestaat er nog steeds een kans dat ze daar niet helemaal aan voldoen. Tóch zie ik al deze 'afwijkingen' niet als een tekortkoming, maar juist als een verrijking voor het ras. Puur omdat het ras nu eenmaal steeds vaker niet meer als werkhond maar als gezinshond wordt aangeschaft. En hoe fijn is het, als ook het nieuwe vriendje van uw dochter in huis vriendelijke ontvangen en enthousiast begroet wordt? Hoe deze pups precies zullen uitpakken kan ik uiteraard nog niet voorspellen, maar toch is de verwachting dat ze in grote lijnen op de witte herdershond lijken, met wat extra eigenschappen die deze honden juist prettig en uniek zullen maken.

Tijdens de kennelwandelingen hebben steeds meer mensen met interesse alvast kennis kunnen maken met Yora en ook de eerdere nakomelingen van de aanstaande vader Lad. Al deze mensen concludeerde hetzelfde. "Wat een fijne, sociale honden!" Stuk voor stuk prettig in de omgang en allemaal begrepen ze na de wandeling precies wat ik bedoelde met al deze eigenschappen die ik hierboven heb toegelicht. 

In dit stuk heb ik mij nu vooral gericht op het (mogelijke) karakter van deze outcross pups. Maar ik heb het nog niet over de gezondheid gehad. En hoewel er altijd kans bestaat dat een hond ziek wordt, ben ik ervan overtuigd dat deze outcross hele sterke en gezonde nakomelingen zal opleveren. Door een grotere diversiteit van genen (minder overlap van bloedlijnen en inteeltpercentage dan menig rashond) maar ook omdat beide ouders getest zijn op diverse genetische afwijkingen.

Dus naast een verrijking qua genendiversiteit, zullen deze nakomelingen ook geen ziektes als DM en MDR1 kunnen doorgeven wanneer je deze weer wilt inzetten in de fokkerij binnen het ras. 


Ik hoop dat u hiermee voldoende argumenten hebt gekregen waarom ik denk dat dit ideale gezinshonden zullen worden. een verrijking zullen zijn voor het ras de Zwitserse witte herder. Fokken blijft gokken en ook opvoeding, leerervaringen en omgevingsfactoren spelen uiteraard een grote rol als het om het gedrag van de hond gaat.